Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Jezus dan zeide wederom tot hen: Ik [30]ga heen, en gij zult Mij [31]zoeken, en [32]in uw zonden zult gij sterven; waar Ik heenga, [33]kunt gijlieden niet komen. 30. Namelijk naar den hemel. 31. Dat is, als het verderf over u komen zal, zult gij tevergeefs tot God en vervolgens tot Mij roepen. Zie Spreuk.1:24, enz. 32. Dat is, om uw moedwillig ongeloof zult gij tijdelijk en eeuwig vergaan; Mark.16:16; hfdst.3 vs.18. 33. Namelijk omdat gij niet kunt ten hemel varen, gelijk Ik, gestorven zijnde, doen zal na mijne verrijzenis. Zie hfdst.13 vs.33,36.